
Morele stress is het wrange gevoel dat
zorgverleners ervaren
wanneer zij hun waarden en visie op goede zorg
niet in de praktijk kunnen brengen
Morele stress is het wrange gevoel dat
zorgverleners ervaren
wanneer zij hun waarden en visie op goede zorg
niet in de praktijk kunnen brengen
Deze website werd ontwikkeld om te informeren over morele stress.
Morele stress is het wrange gevoel dat medewerkers ervaren wanneer zij niet kunnen handelen volgens hun waarden en visie op wat voor hen het ‘goede doen’ betekent in hun job.
De Hogeschool West-Vlaanderen gaf het voorbije jaar bijzonder veel aandacht aan dit thema. De website is dan ook het resultaat van drie opeenvolgende onderzoeken:
Alle bevindingen werden gaandeweg op deze website opgenomen.
Oorspronkelijk werd het fenomeen morele stress onderzocht door de onderzoeksgroep verpleegkunde bij medewerkers in de zorg. We hoorden hoeveel voldoening een job in de zorg kan bieden, hoeveel steun collega’s aan elkaar kunnen hebben en hoe zorgverleners het liefst van al alles in het teken van de patiënt willen zetten. We hoorden ook hoe lastig het kan zijn om onder hoge werkdruk te werken, en hoe moeilijk het is voor zorgverleners om met de stijgende zorggraad de steeds mondiger patiënten (en hun familieleden) de zorg te verlenen die zij zouden willen verlenen.
Het fenomeen bleek herkenbaar in het onderwijs. Samen met de onderzoeksgroep lerarenopleiding secundair onderwijs luisterden we naar verhalen van leerkrachten in het secundair onderwijs. Ook hier hoorden we dat de passie voor de job vaak vanuit een bewuste keuze vertrekt om voor leerlingen iets te betekenen. We hoorden ook hoe moeilijk het is om met de onderwijsorganisatie, de planlast en de steeds mondiger wordende leerlingen (en hun ouders) dat goede onderwijs te geven zoals ze dat zouden willen geven.
Allen beschreven ze het gevoel van tekort te schieten, zelfs al doen ze alles wat ze kunnen. Het is een belangrijke uitdaging voor zowel de zorgsector als het onderwijs om haar medewerkers gezond, gemotiveerd en betrokken aan het werk te houden. Daarom is het belangrijk om die factoren te begrijpen die een impact hebben op de bezieling en betrokkenheid!
Deze website wil instrumenten aanreiken aan leidinggevenden, zorgorganisaties, scholen en dienstverleners om morele stress te herkennen, bespreekbaar te maken, te hanteren en te integreren.
De website is bij oorsprong ontworpen voor de zorgsector. In de hoofdnavigatie werd een apart luik ‘Onderwijs’ voorzien waarin alle ontwikkelde documenten specifiek voor het onderwijs zijn opgenomen.
Meer video en presentatiebronnen vind je op onze instrumentenpagina.
Ik weet dat de wondzorg die ik doe, niet goed genoeg is. In het begin verzette ik me daar nog tegen. Maar op de duur niet meer. Het heeft toch geen zin, er wordt niet geluisterd. Dan doe ik ook geen moeite meer om op een steriele manier te verzorgen. De volgende dag is er dan toch iemand die op een foute manier verzorgt. Het heeft geen zin, foert, denk ik dan'
Zorgverleners zijn er letterlijk niet goed van wanneer ze morele stress ervaren. Wanneer ze vertellen over hun ervaringen merk je dan ook dat deze hen diep raken. Vaak zeggen ze dit ook letterlijk: 'het komt binnen' of 'dat doet mij pijn', 'dit raakt mij' en grijpen ondertussen bijvoorbeeld naar de keel of the borst - 'ik voel een krop in de keel', 'ik krijg er hartkloppingen van'.
Chronische morele stress kan ervoor zorgen dat zorgverleners op twee manieren 'uit de zorg stappen'. Sommigen doen dit letterlijk, door de organisatie, de sector of het beroep te verlaten. Anderen stappen op een figuurlijke manier uit de zorg. Zij haken emotioneel af, verliezen hun passie en betrokkenheid en verlener zorg op een afstandelijke, harde manier. We spreken dan van compassiemoeheid.
Morele stress? Ik ben net klaar in een kamer en merk dat de bewoner eigenlijk een verhaal wil beginnen. Ik denk onmiddelijk: 'Oh nee, ik heb hier geen tijd voor'. Eigenlijk wil ik wel luisteren, maar dan denk ik aan al die andere mensen die ik nog moet wassen. Ik wordt zenuwachtig en terwijl ik al naar de deur toe stap, hoor ik mezelf zeggen: "Ik ga dan maar weer hé. Het is erg druk", en ik vlucht naar buiten. Dan sta je op de gang en denk je: "Ik had moeten kunnen luisteren!".
Laatst dacht ik: 'HELP, ik durf niet bellen!' ('s nachts, naar de dokter van wacht). Is het wel ernstig genoeg? De parameters van de bewoner waren in elk geval niet in orde. 'Even kijken welke dokter het is, het zweet breekt me al uit, 't is nu te hopen dat het wel ernstig genoeg is'. Je begint echt te twijfelen aan jezelf. Het is altijd wikken en wegen, een balans maken: 'Ga ik bellen of ga ik niet bellen?'.
Ik weet dat de wondzorg die ik doe, niet goed genoeg is. In het begin verzette ik me daar nog tegen. Maar op de duur niet meer. Het heeft toch geen zin, er wordt niet geluisterd. Dan doe ik ook geen moeite meer om op een steriele manier te verzorgen. De volgende dag is er dan toch iemand die op een foute manier verzorgt. Het heeft geen zin, foert, denk ik dan'