Morele Stress

Image

ESF-PROJECT

Doelstellingen

Deze website is het eindresultaat van een tweejarig ESF-project en heeft de volgende doelstellingen:

  • Introduceren van het begrip morele stress in de (ouderen)zorgsector
  • Verspreiden van kennis over het fenomeen morele stress
  • Organisaties aansporen/overtuigen om aandacht te hebben voor morele stress
  • Het aanbieden van handvaten om morele stress te detecteren, bespreekbaar te stellen en te hanteren, op individueel-, team- en organisatieniveau

Om de leesbaarheid te behouden, wordt telkens in de ‘hij’-vorm geschreven wanneer het om zorgverleners/leidinggevenden/… gaat. Uiteraard geldt dit alles zowel voor mannelijke als vrouwelijke zorgverleners/leidinggevenden/

De getuigenissen op deze website werden geanonimiseerd. Niet alle getuigenissen zijn afkomstig van medewerkers uit de Woonzorggroep GVO, ook externe zorgverleners werden bevraagd.

EUROPEES SOCIAAL FONDS

Dit project werd mogelijk gemaakt via de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid. Het ESF-Agentschap daagt organisaties uit acties op te zetten die het functioneren van de arbeidsmarkt duurzaam verbeteren. Dat doet het met zowel Europese als Vlaamse middelen. Het Agentschap verwerft en deelt kennis zodat het kan bijdragen tot de oplossingen van vandaag en morgen. ESF komt tot dit resultaat door een voortdurende samenwerking met partners. Meer info op www.esf-agentschap.be. Dit product werd gevalideerd door het Europees Sociaal Fonds.

CONTEXT

De zorgsector staat onder enorme druk door evoluties op de arbeidsmarkt, in de zorgvraag en zorgorganisatie. Vandaag werkt 11,5% van de actieve bevolking in Vlaanderen (294.000 mensen) in de zorgsector. In 1980 was dat nog 5,6%. Opdat de zorgsector deze uitdagingen het hoofd kan bieden, moeten we de instroom van personeel aanmoedigen, maar zeker ook de (deeltijdse) uitstroom tegengaan. Door het tekort aan personeel is de werklast van verpleegkundigen en verzorgenden enorm toegenomen. Meer dan de helft van de personeelsleden in een zorgberoep werkt deeltijds. Een deel van het personeel geeft er na enkele jaren de brui aan. Liefst 34.4% van de verpleegkundigen werkzaam in de ouderenzorg in Vlaanderen denkt eraan om ander werk te zoeken binnen de 2 jaar (Van Buggenhout, 2010). Het is dus een uitdaging voor de (residentiële ouderen)zorgsector om het personeel gezond, gemotiveerd en betrokken aan het werk te houden. Het is dan ook belangrijk om die factoren te begrijpen die een impact hebben op de bezieling en betrokkenheid bij zorgverlener. Morele stress (‘moral distress’ in de Engelstalige literatuur) wordt in wetenschappelijke artikels over welzijn bij zorgverleners vaak vernoemd, maar is op de werkvloer vandaag de dag allerminst gekend door het beleid, leidinggevenden en zorgverleners. In dit kader werd het ESF-project ‘Morele stress in de ouderenzorg’ opgestart, waarvan deze website het eindresultaat is.

PROJECTVERLOOP

In het kader van dit project werkte de onderzoekscluster Verpleegkunde samen met Woonzorggroep GVO (zie initiatiefnemers en partners). In een eerste fase van het project werd een organisatiebrede bevraging georganiseerd. Bij 236 medewerkers (verpleegkundigen, verzorgenden, zorgkundigen, leidinggevenden, animatoren en ergotherapeuten, logistiek- en keukenpersoneel) werd gepeild naar frequentie en intensiteit van morele stress (Hoe vaak ervaar je morele stress en wanneer je morele stress ervaart, hoe hevig is dit dan?) in relatie met verschillende variabelen (leeftijd, anciënniteit, geslacht, verloopintentie, gepercipieerde kwaliteit van zorg). In drie voorzieningen werd daarop een piloottraject uitgerold. In tweede instantie werden 16 semi-gestructureerde gesprekken gevoerd met zorgverleners over het thema morele stress (Wanneer ervaar je morele stress? Welke situaties lokken morele stress uit? Hoe ervaar je dat? Hoe ga je ermee om?). Dit met medewerkers uit de Woonzorggroep GVO én externen.

In vier focusgroepen met zowel leidinggevenden en medewerkers werd gepeild naar uitlokkende factoren van morele stress en werd het huidige beleid bevraagd: de huidige sterktes (op welke manier is er nu reeds aandacht voor morele stress en het welzijn van de zorgverlener?) en uitdagingen (welke ondersteuning hebben jullie nodig?) en manieren om aandacht voor morele stress te verankeren binnen de voorziening, werden in kaart gebracht.

Deze organisatiespecifieke suggesties werden teruggekoppeld naar het beleidsteam van elke voorziening.  De algemene suggesties vanuit de focusgroepen en de feedback van de beleidsteams dienden als input voor het uitwerking van het instrumentarium (zie ‘Actie> Instrumenten’). De ontwikkelde instrumenten werden door leidinggevenden en hun teams uitgetest en op basis van de feedback bijgestuurd (op inhoud, lay-out, taal en gebruiksvriendelijkheid). Aan de hand van de interviews en focusgroepen en input uit de literatuur werd het ‘Morele veerkrachthuis’ opgesteld, een model voor de ontwikkeling van morele veerkracht in het kader van omgaan met morele stress. Voor elk van de kamers uit het morele veerkrachthuis werden methodiekenfiches ontwikkeld, die terug te vinden zijn in de methodiekenbundel ‘Van morele stress naar morele veerkracht’ (zie ‘Actie-Instrumenten’). Een groot deel van deze methodieken werden in de praktijk uitgetest en geëvalueerd tijdens teamworkshops. Bij ‘Getuigenissen‘ worden indrukken over het project en de instrumenten weergegeven.